In een recent vonnis heeft de rechtbank in Utrecht geconcludeerd dat de zorginstelling Het Jagerhuis niet aansprakelijk is voor het overlijden van de 40-jarige Joffrey. Dit gebeurde tijdens een hittegolf in augustus, een tragische gebeurtenis die veel vragen opriep over de kwaliteit van zorg die Joffrey ontving.
Ondanks het feit dat de instelling niet de vereiste zorg heeft geboden, oordeelde de rechter dat er geen directe link is tussen de tekortkomingen van de zorg en het overlijden van de man.
De omstandigheden van Joffrey’s overlijden
Joffrey, die leed aan verschillende psychische aandoeningen waaronder paranoïde schizofrenie, was ook zwakbegaafd en had ADHD.
Daarnaast kampte hij met gezondheidsproblemen zoals overgewicht en hoge bloeddruk. Toen zijn familie geen contact met hem kon krijgen, besloot zijn broer om zijn appartement te controleren. Het resultaat was schokkend: hij vond Joffrey’s lichaam in een appartement dat volgestapeld was met afval en waarin de temperatuur ondraaglijk hoog was door de hitte.
Familie en hun verdriet
De moeder van Joffrey getuigde in de rechtbank dat zijn overlijden voorkomen had kunnen worden. “Het verlies van mijn zoon heeft een onvervangbare leegte achtergelaten,” vertelde zij. “Zijn dood had niet hoeven gebeuren, vooral niet tijdens zo’n extreme hittegolf.” De emoties van de betrokkenen zijn begrijpelijk, vooral gezien de omstandigheden waarin Joffrey werd aangetroffen.
Rechterlijke overwegingen
De rechtbank erkende dat Het Jagerhuis ten onrechte aannam dat de zorg voor Joffrey adequaat was. Echter, het juridische oordeel was dat de zorgverleners zich niet konden voorstellen dat er een risico op overlijden bestond. Joffrey had geruime tijd niemand meer in zijn woning toegelaten, wat betekende dat de zorgverleners niet op de hoogte waren van zijn situatie.
Zonder toestemming van Joffrey konden zij zijn woning niet betreden om de omstandigheden te controleren.
Verantwoordelijkheid van de zorginstelling
Hoewel het Openbaar Ministerie een boete van 25.000 euro voorstelde vanwege de nalatigheid van de zorginstelling, concludeerde de rechter dat er geen bewijs was dat Joffrey’s leven gered had kunnen worden met betere zorg. De zorgverleners hadden niet kunnen weten dat hij in zo’n kritieke situatie verkeerde. Bovendien nam Joffrey zijn medicijnen trouw in, wat de moeilijkheid vergrootte voor de zorginstelling om een correcte inschatting van zijn welzijn te maken.
Conclusie en lessen voor de toekomst
De uitspraak van de rechtbank werpt een belangrijk licht op de verantwoordelijkheden van zorginstellingen en de kwetsbaarheid van cliënten zoals Joffrey. Het feit dat Joffrey in een uiterst ongezonde situatie leefde, wijst op de noodzaak voor meer proactieve en constante zorgmonitoring in de geestelijke gezondheidszorg. Het is van cruciaal belang dat zorgverleners niet alleen vertrouwen op de informatie die cliënten hen geven, maar ook actief betrokken zijn bij het welzijn van hun cliënten, vooral in tijden van extreme weersomstandigheden.
Met deze uitspraak is het duidelijk dat de zorgsector zichzelf moet blijven verbeteren en verder ontwikkelen om dergelijke tragedies in de toekomst te voorkomen. De ervaringen van Joffrey moeten dienen als een krachtige herinnering aan de noodzaak van zorgvuldigheid en medemenselijkheid binnen de zorg.