Met één soepele handbeweging pakt Hein Pieper twee hoge laarzen uit de achterbak van zijn auto. Bestuurdersschoenen uit, laarzen aan. Je ziet: dit doet de dijkgraaf vaker. Eind deze maand begint hij aan zijn derde periode van zes jaar als bestuurder die midden in het krachtenveld van boeren, burgers en natuurbeheerders met de zorg voor de watersystemen in het waterschap Rijn en IJssel is belast. Zijn nieuwe termijn maakt hem tot een van de nestors van het gilde. Hoe dat zo gekomen is, een theoloog in de wereld van het watermanagement, dat is een verhaal op zich. Je kunt het een mirakel noemen, in het jargon van de gelovige katholiek Pieper zelf. Maar dat verhaal zal even moeten wachten.
Eerst lopen we in het spoor van de dijkgraaf langs de Berkel bij Almen, een rivier die de twee hoofdstromen van ‘zijn’ jurisdictie, Rijn en IJssel, met elkaar verbindt. Lange tijd liep het water hier kaarsrecht, als een kanaal. Wel zo efficiënt, was de gedachte, in de tijd toen de rivier nog gebruikt werd als transportkanaal. Net zoals elders in het waterschap, bij de Groenlose Slinge, laat het waterschap het water hier weer slingeren als vanouds.
Waarom lopen we hier?
„Water dat rechtdoor stroomt gaat veel te snel, ontdekten we. Hier zie je goed wat het betekent als een rivier weer meandert. Vóór de kanalisatie, meer dan honderd jaar geleden, deed het water in de Schipbeek en de Buurserbeek [andere waterstromen in de Achterhoek, red.] er wel zestien dagen over om in de IJssel te komen. Dat is tegenwoordig bij een flinke regenbui slechts 9 uur. Zoiets speelde ook met de Berkel. Het water krijgt nu weer de kans om de bodem te infiltreren. Je ziet in de bochten en de luwtes allerlei nieuwe natuur ontstaan. En het water is schoner. Je kunt hier tegenwoordig weer heerlijk zwemmen, al mag ik dat eigenlijk niet zeggen van mijn mensen omdat het geen officieel zwemwater is.”
Een succesverhaal, zo te horen. Maar vooral voor wie het zich kan veroorloven, lijkt het. Het huis dat op deze idylle uitkijkt, stond onlangs te koop voor 1,7 miljoen euro.
„Ja, maar de Berkel stroomt óók door een achterstandswijk in Zutphen. En wat ik nu zo mooi vind, twee bewoners van een van de flats daar klopten bij de gemeente aan met de vraag of zij óók een bocht mochten. De gemeente stuurde die bewoners naar ons door. En die bocht? Die ligt er nu, met een speeltuin erbij. Hartstikke mooi en een goed voorbeeld van hoe de gemeenschap bestuurders kan bijsturen. Want eerlijk is eerlijk, hier hadden we zelf niet aan gedacht.”
Toch lijkt het veelzeggend dat deze burgers niet wisten dat ze daarvoor bij het Waterschap moesten zijn. We mogen bijna [15 maart, red.] weer stemmen, maar weten burgers wel waar jullie over gaan?
„Ja, en dan klinkt vrijwel ieder spotje ook nog hetzelfde. Droge voeten, schoon water. Tsja, wie is daar nu tegen?”
Het waterschap moet politieker worden, klinkt het dan ook. En met het verdwijnen van ‘geborgde zetels’ voor bedrijven en vijftig nieuwe deelnemende partijen ten opzichte van de vorige verkiezingen lijkt het dat ook te gaan worden. Goed nieuws?
„Dat lijkt me eerlijk gezegd een stap achteruit. Mensen kijken soms naar ons alsof we een gemeenteraad zijn. Maar dat zijn we helemaal niet. We maken geen wetten, we voeren alleen een aantal taken uit, in goed overleg met onze stakeholders, van landeigenaren en boeren tot natuur- en landschapsorganisaties. En dat geeft ons iets waar de hele wereld stikjaloers op is: een orgaan dat écht iets aan de gevolgen van klimaatverandering kan doen. Dat onderwerp is al zo gepolitiseerd. Laat er nou één orgaan zijn dat ervoor zorgt dat dit thema niet voortdurend in een soort politieke heksenketel verzandt.”
- Facebook Messenger