‘Ik probeer mijn ontbijt al anderhalf uur weg te krijgen’, zegt commandant Mariëlle van Vulpen zaterdagochtend om acht uur. Ze loopt door het commandocentrum op de negende verdieping van het politieverzamelgebouw in de Haagse wijk Ypenburg, met in haar hand een half leeggegeten bakje yoghurt met granola.
Zojuist heeft de gemeente een noodbevel afgekondigd: er mogen geen tractors de stad in. Omdat Van Vulpen vandaag in Den Haag leiding geeft aan het politieoptreden bij twee grote demonstraties tegelijk, van boeren in het Zuiderpark en van klimaatactivisten die de A12 komen blokkeren, is het voor haar ‘een fantastische klus’.
‘Dit is groot, met een ‘megabezetting aan manschappen’, en het is complex, met alle politiek-bestuurlijke gevoeligheden. En wij kunnen daarin het verschil maken.’
Elk uur komen zo’n twintig mensen bij elkaar, onder wie de hoofden van Opsporing, Handhaving, Informatie, Bewaken en Beveiligen en Mobiliteit, plus leden van het RCCB (regionale conflict- en crisisbeheersing) en een liaison van de marechaussee, want op veel plekken in de stad staan politievoertuigen en militaire trucks klaar om wegen te kunnen afzetten als dat nodig is.
Elk uur praten deze leden van de Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO) elkaar bij over de situatie ‘buiten’. Denk niet dat de politie zich vandaag laat verrassen; Van Vulpen en haar team bereiden zich al vijf weken voor op deze twee grote, gelijktijdige demonstraties.
Vijf weken van voortdurende informatie-inwinning, risico-inschatting en het schrijven van mogelijke scenario’s en de daarbij horende maatregelen.
Het contact met de boeren is goed, benadrukt de commandant. Maar de A12-blokkade van Extinction Rebellion zou weleens een grote politieinzet kunnen vergen, want ‘zij richten zich op ontwrichtende acties, en bereiden zich voor op aanhoudingen’.
Maar ook daarover is ze niet nerveus: ‘Den Haag is een stad van demonstraties, meer dan tweeduizend per jaar, dus we zijn wel wat gewend.’
Achter in het commandocentrum geven Dick van Nieuwamerongen en Erik Meeuwisse leiding aan het proces van handhaven en netwerken. Agenten uit heel Nederland leggen al weken contact met sleutelfiguren onder de boeren, zodat ze op cruciale momenten, zoals vanmiddag, samen de boel kunnen laten deëescaleren. ‘Investeren in vredestijd’, noemt Nieuwamerongen dat.
Om tien uur komt burgemeester Van Zanen informeren naar de stand van zaken. ‘Vannacht zijn vier activisten aangehouden’, zegt Van Vulpen. ‘En om half acht begonnen we met het aanleggen van een ring rond het centrum, zodat tractors daar niet naartoe kunnen.’
Drones
In het Zuiderpark coördineert Ferry Jansen. Hij draagt twee portofoons op zijn politieuniform. Die op zijn linkerschouder voor contact met het commandocentrum, die op zijn rechterschouder voor contact met de agenten in het park. Zo geeft Jansen orders en informatie door, van het SGBO naar de agenten en omgekeerd.
In het park staan rijen dixies en plaskruisen en een groot podium dat wordt geflankeerd door geluidsboxen waaruit housemuziek dreunt. In de lucht surveilleert een politiehelikopter. Vanaf twee kanten komen boeren met kinderen, vlaggen en spandoeken het Zuiderpark in gestroomd.
Jansen overlegt met de organisatie, checkt of de drone van een journalist niet zwaarder is dan de toegestane 249 gram en geeft zijn mensen opdracht de bestuurder te arresteren die zojuist met zijn shovel op het Veluweplein een hek heeft stukgereden. Hij communiceert onophoudelijk via de twee portofoons, zijn telefoon en het geluidsapparaatje in zijn oor.
‘Iedereen houdt zich aan de afspraken, de stemming is goed’, vat hij de situatie samen. Dit is volgens hem fase één: een normale situatie. Bij fase twee, waarvan sprake is als de sfeer omslaat, proberen Jansen en zijn dertig agenten ter plaatse, samen met een ‘nog vriendelijke’ ME, de geest weer in de fles te krijgen. Fase drie betekent dat de ME optreedt, maar Jansen verwacht dat het vandaag bij fase één blijft, omdat de politie ‘echt goeie contacten met de boeren’ heeft.
Kort na het middaguur geeft burgemeester Van Zanen toestemming voor inzet van de twee waterkanonnen op de A12, nadat de politie de ongeveer vierduizend klimaatactivisten al een paar keer vergeefs heeft verzocht de snelweg te verlaten. Maar er is geen dreiging, dit is fase één, dus worden de kanonnen niet ingezet. Demonstranten zingen, dansen, omhelzen elkaar, applaudiseren voor toespraken en sjouwen met spandoeken.
Hoewel demonstreren op deze plek is verboden, is afgesproken dat de politie pas optreedt bij strafbare feiten, zoals vernieling, geweld of het blokkeren van hulpdiensten, zegt politiecoördinator Peter Dik. ‘Hier heerst nu een patstelling. Er is gevorderd weg te gaan, maar men gaat niet weg. In het commandocentrum wordt nu bekeken wat te doen.’ Hij geeft de beslissers via zijn portofoon mee dat er heel jonge kinderen en oude mensen tussen de demonstranten rondlopen, van wie sommigen slecht ter been zijn. ‘En er zijn ook dure instrumenten, cello’s enzo, van een strijkorkest dat vlak voor de tunnel staat te spelen.’
Enkele tientallen klimaatactivisten hebben zich aan elkaar vastgeketend, anderen zitten aan het wegdek vastgelijmd. ‘We hebben colaflessen paraat om ze los te weken’, lacht Peter Dik tegen een woordvoerder van Fossielvrij – ook hier heeft de politie goede contacten met sleutelfiguren. Dat is belangrijk, onderstreept Dik, want die sleutelfiguren geven waarschuwingen van de politie door aan hun achterban als het dreigend wordt. ‘Wanneer wij zelf mensen waarschuwen om weg te gaan, werkt dat niet. Dan zeggen ze: ‘Wij staan hier ook voor de toekomst van jouw kinderen.’’
Het is zonnig maar steenkoud als eenheidsleider Paul van Musscher even vanuit het commandocentrum bij zijn mensen langs de A12 komt kijken. ‘NOS-ploeg hier, filmploeg daar, Ik heb nog nooit zo’n hijgerigheid van de media aan de voorkant van een politieoptreden meegemaakt’, zegt hij verbaasd. ‘Het zal wel door de verkiezingen komen.’
Van Musscher legt uit dat de politie bij de vorige demonstratie van klimaatactivisten op de A12 veel sneller ingreep dan vandaag, omdat ze toen in de tunnel gingen zitten. ‘Het werken van licht naar donker is lastig voor hulpverleners vanwege het slechte zicht. Nu hebben we er alles aan gedaan om te voorkomen dat ze die tunnelbak ingaan, en kunnen ze rustig hun punt maken.’
Warmtetent
De boeren hebben het Zuiderpark inmiddels vreedzaam verlaten. Als Peter Dik op de A12 van verschillende contacten onder de klimaatactivisten hoort dat sommigen van plan zijn op de snelweg te blijven zitten ‘totdat de stikstof weg is’, geeft hij dit door aan het SGBO. De staf laat later deze middag via sociale media weten dat mensen worden verzocht vóór vijf uur te vertrekken, omdat er dan, op last van de burgemeester, zal worden ingegrepen. Voordat het donker en nog kouder wordt moet iedereen weg zijn, is de gedachte. Een grote warmtetent wordt ingericht waar demonstranten terechtkunnen voor droge kleren en behandeling bij onderkoeling, als het waterkanon moet worden ingezet.
In het commandocentrum hangen monitoren waarop live-beelden worden getoond van de demonstraties en de toegangswegen naar Den Haag. Ze worden gemaakt door politiedrones en personeel met grote camera’s op hun buik die ‘mobiele loopcamera’s’ worden genoemd. Om tien over vijf lopen veel medewerkers naar de monitoren, waarop is te zien hoe de twee waterkanonnen een ‘nevelstraal’ over de demonstranten spuiten – de patstelling is voorbij. De politie hoopt dat mensen het daardoor koud krijgen en dan vanzelf weggaan, want ‘niemand van ons zit op hardhandig ingrijpen te wachten’, zegt commandant Van Vulpen.
Bij de A12 constateert Peter Dik dat de actievoerders vandaag hun boodschap konden overbrengen zonder dat er geweld is gebruikt. Uiteindelijk zullen zevenhonderd mensen worden gearresteerd. Daarop vooruitblikkend zegt Dik: ‘Dat gaat uren duren. We moeten iedereen met vier man optillen en wegdragen. Dan zul je zien dat maandag groot in alle kranten staat: politie sleept vreedzame demonstranten weg. Dan hebben wij het weer gedaan.’