In het hart van Budapest, waar geschiedenis en moderne strijd hand in hand gaan, vindt de Pride plaats. Het is een kleurrijke viering van liefde en identiteit, maar ook een gebeurtenis die zich afspeelt tegen een achtergrond van angst en onveiligheid.
Deze stad, beroemd om zijn prachtige architectuur en bruisende cultuur, is ook het toneel van een volhardende strijd voor gelijke rechten. Terwijl de festiviteiten zich ontvouwen, wordt al snel duidelijk dat de weg naar acceptatie en gelijkheid vol obstakels ligt.
Paul, die hier als vertegenwoordiger van de Nederlandse overheid aanwezig is, toont grote moed. Toch weegt de dreiging van arrestaties zwaar op zijn hart.
Een krachtige boodschap van solidariteit
Paul’s aanwezigheid in Budapest is veel meer dan een symbolisch gebaar.
Het is een krachtige boodschap van solidariteit met de LGBTQ+ gemeenschap, die dagelijks te maken heeft met discriminatie en geweld. Ondanks de waarschuwingen van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken over de risico’s voor deelnemers aan de Pride, is het cruciaal dat de internationale gemeenschap haar steun betuigt.
De woorden van Hans Verhoeven, oprichter van Pride Amsterdam, zijn treffend: “De risico’s die je loopt zijn niets vergeleken met de ernst van de mensenrechtenschendingen in Hongarije.”
De impact van politieke besluiten
De beslissing van de burgemeester van Amsterdam om niet aanwezig te zijn, ondanks de uitnodiging, is een gemis voor de Pride.
Suzanne van de Laar, voorzitter van Pride Amsterdam, laat haar teleurstelling blijken: “Het is moeilijk te accepteren dat het kabinet ons niet ondersteunt zoals beloofd.” Dit benadrukt hoe belangrijk zichtbaarheid en betrokkenheid zijn in de strijd voor gelijkheid. Philip Tijsma van COC Nederland noemt de afwezigheid zelfs “teleurstellend”; de impact van de boodschap zou ongetwijfeld sterker zijn geweest met de deelname van de burgemeester.
De realiteit van de Pride
Ondanks deze tegenslagen gaat de Pride onverstoorbaar door. Het is een daad van verzet en hoop. De aanwezigheid van meer dan zeventig Europarlementariërs, samen met de burgemeester van Budapest, getuigt van de vastberadenheid om de strijd voor rechten niet op te geven. De Hongaarse politie rechtvaardigt het verbod op deelname als een bescherming van minderjarigen, maar deze verklaring doet geen recht aan de noodzaak van inclusiviteit en acceptatie. Paul benadrukt dat zijn ontmoetingen met mensenrechtenorganisaties, de Pride-organisatoren en de Europese commissaris een duidelijk signaal afgeven: “In Europa moet je jezelf kunnen zijn en van wie je wilt houden.”