Op de avond van 25 januari vond er een dramatische diefstal plaats in het Drents Museum. Een groep dieven voerde een zorgvuldig geplande overval uit. De daders gebruikten explosieven om de toegang te forceren, waarbij ze zich richtten op waardevolle artefacten die in bruikleen waren van het Nationaal Museum voor Geschiedenis in Boekarest.
Onder de gestolen voorwerpen bevond zich een opmerkelijke helm uit circa 500 v.Chr. en een reeks exquisite gouden sieraden, met een totale waarde van bijna 6 miljoen euro.
Enkele dagen voor de diefstal werd een persoon genaamd Andrei B.
gezien in de buurt van het museum, wat de nodige argwaan wekte bij de onderzoekers. Op 20 januari had hij de tentoonstelling Dacia, koninkrijk van zilver en goud bezocht, maar werd door het beveiligingspersoneel verwijderd. Deze gebeurtenis heeft ambtenaren doen geloven dat zijn aanwezigheid deel uitmaakte van een verkenningsmissie voor de aanstaande overval.
Onderzoek aan de gang
Het onderzoek naar de museumroof heeft verschillende intrigerende aanwijzingen aan het licht gebracht. Hoewel Andrei B. in eerste instantie leek op een sleutelfiguur, hebben de autoriteiten hem nog niet definitief aan de misdaad kunnen koppelen. Momenteel is hij niet in hechtenis en staat hij niet op de lijst van de drie belangrijkste verdachten die voor de rechter in Assen moeten verschijnen.
Deze groep, bestaande uit Bernhard Z. (35), Douglas W. (36) en Jan B. (21), wordt geconfronteerd met ernstige aanklachten vanwege hun betrokkenheid bij de gewelddadige daad.
Beveiligingsbeelden en getuigenverklaringen
Voorafgaand aan de diefstal toonden beveiligingsbeelden die door Roemeense media werden vrijgegeven, wat lijkt op de aanwezigheid van Andrei B.
nabij het museum. Een hotelreceptionist in Assen herkende hem nadat hij had geprobeerd een kamer te boeken, maar zijn gebrek aan een creditcard voor vooruitbetaling leidde tot een voortijdig vertrek zonder de transactie af te ronden. Deze blunder kan cruciale inzichten bieden in de planning van de overval.
Tijdens een daaropvolgend verhoor op 28 januari beweerde Andrei B. niet te hebben geweten dat hij een museum was binnengegaan, wat suggereert dat hij het verwarde met een Dacia-dealer. Deze verklaring roept verdere vragen op over zijn bedoelingen en bewustzijn tijdens zijn bezoek. Ondertussen hebben onderzoekers ontdekt dat B. regelmatig de eigenaar van twee Italiaanse restaurants in Zuid-Duitsland bezocht, wat wijst op mogelijke connecties met de georganiseerde misdaad.
De dynamiek van de overval
De fysieke uitvoering van de diefstal vereiste een aanzienlijk niveau van geweld en planning, waarbij zowel explosieven als stomp voorwerpen werden gebruikt om vitrines te vernielen. De gestolen artefacten, met name de oude helm van Cotofenesti en de gouden sieraden, blijven vermist, waardoor onderzoekers wanhopig proberen de daders op te sporen en de ontbrekende items terug te vinden.
Links naar georganiseerde misdaad
Eerdere berichten van RTL Nieuws hebben gesuggereerd dat de overval mogelijk verband houdt met een motorclub, bekend als de Hardliners. Deze groep zou individuen hebben gerekruteerd om de inbraak uit te voeren, wat het onderzoek verder bemoeilijkt. Zowel het openbaar ministerie als het Drents Museum hebben geweigerd specifieke details over de onrechtmatige toegang en de lopende onderzoeken vrij te geven, waardoor de zaak in nevelen is gehuld.
De implicaties van deze diefstal reiken verder dan het onmiddellijke verlies van artefacten; ze benadrukken de kwetsbaarheden in de museumbeveiliging en de extremen waartoe georganiseerde misdaad bereid is om waardevolle items te verwerven. Naarmate het onderzoek vordert, zijn de autoriteiten vastbesloten om de volledige omvang van de samenzwering rondom deze gedurfde museumroof bloot te leggen.
