Bumperkleven, excessief toeteren, knipperen met de lichten, obscene gebaren. Als er een plek is waar rauwe emoties zich kunnen manifesteren, dan is het wel op de weg. ‘Road rage’ is de Engelse term die psychologen ook wel gebruiken.
Hoe gevaarlijk gefrustreerde weggebruikers precies zijn, is niet bekend.
Er zijn geen officiële cijfers over verkeersagressie in Nederland, noch over het aantal verkeersslachtoffers dat daaruit voortkomt. Ook internationaal is er weinig houvast. ‘Road rage’ allitereert mooi, maar is lastig te definiëren en meten.
De instantie die er meer over zou moeten weten, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), verwijst naar een enquête uit 2019 van EenVandaag onder ruim 23 duizend automobilisten.
Uit dat onderzoek blijkt dat 13 procent van de automobilisten naar eigen zeggen ooit betrokken is geweest bij een verkeersruzie. Ruim de helft van die ruzies veroorzaakte een gevaarlijke situatie op de weg. Denk aan automobilisten die elkaar abrupt laten remmen of – heel extreem – elkaar van de weg proberen te rijden.
Volgens psycholoog Gerard Tertoolen, die trainingen geeft over verkeersagressie, maken auto’s oerinstincten in ons los. De snelheid en kracht van een auto, de mogelijke gevaren, de metalen cocon om je heen waardoor je je onaantastbaar waant – dit alles kietelt ons ‘reptielenbrein’ dat impulsieve reacties aanstuurt, zoals vechten en vluchten.
‘De diepere, primitievere lagen van ons brein zijn zo sterk’, schrijft Tertoolen in zijn blog, ‘dat ze onze neocortex regelmatig met grote snelheid ‘rechts inhalen’.’
Gebrekkige communicatie
Maar een zoektocht naar wetenschappelijke onderbouwing voor deze theorie levert weinig concreets op.
‘Dat verhaal over het reptielenbrein dat de overhand neemt in het verkeer hoor ik regelmatig’, zegt verkeerspsycholoog Dick de Waard van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is sceptisch. ‘Bij een kleine groep mensen speelt zoiets misschien, maar niet bij het gros van de verkeersdeelnemers.’
Het is een simplificatie, geeft Tertoolen grif toe aan de telefoon. ‘In werkelijkheid werken alle hersengebieden altijd nauw samen. Ook als we autorijden. Alleen lijken we vaker toe te geven aan primitieve impulsen.’
Gebrekkige communicatie speelt volgens De Waard een grotere rol. Automobilisten kunnen elkaars intenties moeilijk inschatten. Zat die persoon niet op te letten, of sneed hij me expres af? Maak je een onhandige manoeuvre met je boodschappenwagentje in de supermarkt, dan zeg je sorry. Vanuit een auto is het moeilijker om je te verontschuldigen.
‘Enige vergevingsgezindheid in het verkeer is wel fijn’, zegt De Waard. ‘Maar volgens mij is die er ook volop. Ik denk dat maar een klein deel van de bestuurders agressief is. Maar zulk gedrag vergeet je niet snel. Het valt erg op.’
Anonimiteit
Jolieke de Groot, in Groningen gepromoveerd op onderzoek naar agressie op de weg en nu verbonden aan rijbewijsinstantie CBR, stipt nog een ander punt aan: de anonimiteit. ‘In de auto ben je niet goed zichtbaar en heb je eerder het gevoel dat je overal mee wegkomt. Ook dat kan verklaren waarom mensen in de auto soms opvliegender en meer geïrriteerd zijn dan in andere situaties.’
Hoe voorkom je dat je een hork wordt achter het stuur? Ben je gehaast vanwege tijdsdruk, dan had je eerder van huis moeten vertrekken. Maar dat is wijsheid achteraf. ‘Je moet het vooral niet afreageren’, zegt De Groot. ‘Veel mensen denken dat je moet uitrazen. Maar als je dat doet, word je waarschijnlijk nóg bozer. Afleiding is beter. Blijf niet in de razernij hangen, maar zet de radio aan of denk aan iets anders. Dan ben je de irritatie het snelst kwijt.’ Of, tipt ze tot slot, probeer je in te beelden dat de persoon aan wie je je ergert een kennis is. Dat zet alles in een ander perspectief.
‘Tot tien tellen kan ook helpen’, zegt De Waard. ‘En als je naar de radio luistert, probeer dan af te stemmen op een zender met rustige muziek.’ Verschillende studies, waaronder een van zijn hand, laten zien dat mensen daar rustiger van rijden. Muziek met snelle beats nodigen juist uit om het gaspedaal verder in te trappen.