Hoeveel haast moet Nederland maken met het beperken van de gevolgen van klimaatverandering? Moeten waterschappen extra geldkosten maken om rioolwater te zuiveren op medicijnresten en microplastics of moet de bron daarvan worden aangepakt? Moet armlastige Nederlandse burgers vaker belasting worden kwijtgescholden?
Het zijn enkele thema’s waarover de partijen in het bestuur van waterschappen van mening verschillen – en het heeft dus zin om komende woensdag te stemmen bij de verkiezingen in een van de 21 waterschappen in Nederland.
750.000 stemwijzers ingevuld
Mits je de partijen uit elkaar kunt houden. Een digitale stemhulp lijkt daarbij onontbeerlijk en gelukkig, stelt een woordvoerder van de Unie van Waterschappen, wordt die vrij frequent geraadpleegd. Tot vrijdag waren de stemwijzers 750.000 keer ingevuld, het vaakst voor het Hoogheemraadschap van Rijnland in Leiden en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam.
„De behoefte aan informatie is groot”, aldus de woordvoerder. De waterschappen hopen de hoge opkomst van vier jaar geleden, 51,3 procent, te halen of te overtreffen en hebben zeven ton uitgetrokken voor een campagne die de bekendheid van de verkiezingen moet vergroten, inclusief televisiecommercials en acties op sociale media.
Er doen dit verkiezingsjaar veel nieuwe partijen mee, lokale partijen maar ook landelijke, zoals BBB, BVNL met onder anderen de omstreden Haagse politicus Richard de Mos als kandidaat in het Hoogheemraadschap van Delfland.
De Partij voor de Dieren doet in meer waterschappen mee, en Volt heeft zich aangesloten bij Water Natuurlijk, een verbond van GroenLinks en D66.
Het CDA doet aan de verkiezingen overal mee, behalve in Limburg waar CDA’ers zich schuil houden in de waterschapspartij Waterbelang Limburg.
Lees ook:‘Wat is natuur? Er is hier geen centimeter die niet door de mens is aangepast’
Afgaande op de verschillende media gaat de meeste aandacht van het publiek dit jaar uit naar de macht of onmacht van boeren binnen de waterschappen, en naar de identiteit van de bestuurders.
Naar schatting is ruim één op de tien kandidaten niet ouder dan 35 jaar, en dat zijn relatief vaak kandidaten die zich meer zorgen maken over de gevolgen van de klimaatverandering dan ouderen.